De weersafhankelijke regeling: Stooklijn optimaal instellen

Published by Christophe on

Met behulp van een goed ingestelde weersafhankelijke regeling bereik je het hoogste rendement van je cv ketel en verlaag je je energiefactuur aanzienlijk.

In dit bericht kom je ALLES te weten over de weersafhankelijke regeling en hoe je zelf je cv ketel optimaal laat renderen.

Zo gaan we in detail in over hoe een weersafhankelijke regeling juist werkt en hoe je tot de optimale stooklijn komt. Ook gaan we dieper in op ruimtecompensatie.

De onderwerpen in één oogopslag:

De weersafhankelijke regeling

Om te begrijpen wat een weersafhankelijke regeling precies inhoudt, is het nuttig om te weten wat de primaire taak van een cv ketel regeling is. Het doel van een goede cv ketel regeling is om de ruimtes zo snel mogelijk naar de gewenste comfort temperatuur op te warmen.

Aan de andere kant moet het zo efficiënt en zuinig zijn dat de verwarmingskosten op een laag niveau blijven.

En dit allemaal liefst zonder herhaalde manuele tussenkomst van de eigenaar.

De aanvoertemperatuur van je cv ketel is zeer bepalend voor de hoeveelheid te produceren warmte en het rendement van het gehele verwarmingssysteem.

Hoe hoger de aanvoertemperatuur van je ketel namelijk is, hoe warmer je de ruimtes op temperatuur zal krijgen.

Daarentegen bestaat er wel een groter risico op ‘overshooting’ en een hoge energiefactuur wanneer je de aanvoertemperatuur te hoog instelt.

Bij een lage aanvoertemperatuur zal je cv ketel juist beter kunnen condenseren. Het zal natuurlijk wel langer duren vooraleer alle kamers op temperatuur geraken.

Continu manueel de aanvoertemperatuur gaan bijsturen is iets wat veel gebruikers teveel van het goede is.

Daardoor gaat vaak ook kostbare energie verloren. Of ontstaan er comfortproblemen door te koude of te warme ruimtes.

De weersafhankelijke regeling, ook wel buitentemperatuurregeling genoemd, maakt van de aanvoertemperatuur een variabele instelwaarde.

Deze instelwaarde wordt steeds automatisch gewijzigd in functie van de buitentemperatuur.

Vaak zal de ketel regeling een gemiddelde nemen van de buitentemperatuur over een paar uur heen. Dit om grote temperatuurschommelingen te vermijden.

Zoals de naam al aangeeft, speelt het weer of de buitentemperatuur dus een doorslaggevende rol in dergelijke systemen.

De buitenvoeler

Om die veranderingen te kunnen detecteren en meten heeft een weersafhankelijke regeling een (in sommige gevallen meerdere) buitenvoeler.

De buitenvoeler wordt bij voorkeur geïnstalleerd op een plaats waar hij niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Ook dit is om te grote schommelingen te vermijden.

In de praktijk is dit meestal aan de gevel aan de noordkant.

stooklijn weers

De buitenvoeler zelf is een weerstand waarvan de weerstandswaarde continu verandert onder invloed van de buitentemperatuur.

Deze variabele weerstandswaarde wordt dan doorgegeven via een kabel of draadloos aan de weersafhankelijke regeling.

Op basis van deze waarde berekent de regeling een gewenste aanvoertemperatuur en geeft deze door aan de CV ketel.

Het verwarmingswater wordt dan opgewarmd tot het de gewenste aanvoertemperatuur heeft bereikt.

De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het verwarmingswater direct bij de uitgang van de CV ketel richting de afzonderlijke radiatoren.

In het beste geval is het maar net boven de grens waar de kamers net warm worden.

Zo bereik je het punt waar de ketel met zijn hoogste rendement presteert zonder aan je eigen comfort te raken.

De stooklijn

De zuinigheid van de weersafhankelijke regeling hangt dus in grote mate af van de optimale aanpassing aan het gebouw en de bewoners of hun verwarmingsgedrag.

Aangezien de meeste weersafhankelijke regelingen in de fabriek zijn voorgeprogrammeerd, is steeds een individuele optimalisatie aan te bevelen.

Het belangrijkste instrument hiervoor is de stooklijn.

De stooklijn (of ook wel de stookcurve of verwarmingscurve genoemd) is een wiskundige functie die aan elke (buiten)temperatuur een specifieke temperatuurwaarde toekent.

stooklijn weersafhankelijke regeling RC300 Buderus Doval

Meer precies, het bepaalt en geeft aan hoe hoog de aanvoertemperatuur moet zijn om de ruimtes te verwarmen tot de gewenste temperaturen.

De verwarmingscurve houdt ook rekening met een aantal belangrijke beïnvloedende factoren. Deze omvatten onder andere:

  • het individuele verwarmingsgedrag
  • de warmteverliezen via de gebouwschil
  • de buitentemperaturen

In de praktijk gaat dit als volgt: Als de buitentemperatuur stijgt, moet de cv ketel regeling zo worden bijgestuurd dat de aanvoertemperatuur lager wordt.

Als het buiten geleidelijk kouder wordt, kan de aanvoertemperatuur met behulp van de verwarmingscurve worden verhoogd.

De stooklijn is daarom een uiterst belangrijk instrument voor de weersafhankelijke regeling.

De juiste instelling is daarom bepalend voor de zuinigheid van het systeem en het thermisch comfort in de ruimtes.

Bij het optimaliseren van een weersafhankelijke regeling speelt de stooklijn dus een belangrijke rol.

De verwarmingsgrens van de weersafhankelijke regeling

De verwarmingsgrens is de buitentemperatuur waarbij de verwarming moet beginnen.

Dit komt omdat onder deze temperatuur de verliezen via de gebouwschil dermate hoog worden dat de kamertemperatuur zonder verwarming zou dalen.

Terwijl eigenaren van oude gebouwen de verwarmingscurve moeten instellen op een grenstemperatuur van 15 graden Celsius of hoger, zijn lagere waarden mogelijk in nieuwe gebouwen en energetisch ingrijpende renovaties.

De reden hiervoor is dat er minder warmte verloren gaat door de goed geïsoleerde gebouwschil.

Nachtverlaging beschrijft een tijdsperiode waarin de kamertemperatuur gewenst mag dalen.

Dit is nuttig wanneer iedereen slaapt of het huis uit is.

Op dat moment geeft de verwarmingscurve een lagere aanvoertemperatuur aan, zodat het systeem zuiniger loopt.

Het is echter belangrijk om te weten dat het na de nachtverlaging nog enige tijd duurt voordat de verwarming alle ruimtes in het huis weer op comfortabele temperaturen brengt.

De duurtijd om de ruimtes terug op de gewenste temperatuur te krijgen is afhankelijk van de inertie van het gebouw en de isolatieschil van de woning.

De hoogte en helling van de stooklijn

De juiste stooklijn is afhankelijk van vele factoren en is niet voor elk gebouw hetzelfde. Naast de gewenste temperatuur in de ruimtes en de buitentemperatuur spelen ook de vermogensbehoefte van de ketel en de isolatie van het huis een rol.

Twee van de belangrijkste parameters voor de verwarmingscurve zijn: Helling en niveau.

De helling van de stooklijn
De helling van de curve vertelt de ketel hoeveel de aanvoertemperatuur moet veranderen ten opzichte van de buitentemperatuur.

Er zijn in dit verband twee mogelijkheden:
Als de warmteverliezen via de gebouwschil groot zijn, moet de ketel aanzienlijk meer presteren als de buitentemperatuur daalt. In dit geval moeten huiseigenaren een steile curve kiezen.

Als het gebouw daarentegen goed geïsoleerd is, zal de invloed van de buitentemperatuur op de warmteverliezen afnemen. Zelfs als het buiten vrieskoud is, is een lage aanvoertemperatuur voldoende. Om deze reden kan een meer vlakke verwarmingscurve worden ingesteld.

De hoogte van de stooklijn
Via de hoogte (niveau) van de curve kan het vermogen van het verwarmingssysteem in het algemeen worden aangepast.

Hierdoor kunnen systeemeigenaren de aanvoertemperatuur gelijkmatig verhogen of verlagen.

Hier geldt het volgende:
Als de verwarmingsoppervlakken het hele jaar door te veel warmte afgeven, kan de verwarmingscurve naar beneden worden verschoven.

Als het daarentegen altijd een beetje te koud is, moet de curve naar boven worden gecorrigeerd. Hoewel dit de stookkosten verhoogt, betekent het ook dat de ketel meer warmte en comfort afgeeft.

Als de warmte-isolatie door een energetische renovatie toeneemt, veranderen de eisen aan het verwarmingssysteem en moet de curve worden bijgesteld. Hetzelfde geldt voor het vervangen van ramen of het installeren van nieuwe verwarmingsoppervlakken.

Voordat de verbruikers de verwarmingscurve instellen, is het de moeite waard om een hydraulische balancering uit te voeren. Dit houdt in dat ik je gehele verwarmingssysteem onder de loep neem.

Zo kan ik de warmtebehoefte in elke ruimte bepalen en pas ik alle radiatoren hierop aan. Dit vermindert de drukverliezen in het leidingnet en verlaagt de stroomkosten van de CV pomp.

Tegelijkertijd kan de aanvoertemperatuur iets worden verlaagd, waardoor ook de verwarmingsverliezen worden beperkt.

De meest zuinige stooklijn: Vrij vlak en laag
Om de verwarmingskosten zo laag mogelijk te houden, moet de curve zo vlak en laag mogelijk zijn.

Deze instelling zorgt namelijk voor lage aanvoertemperaturen, een lager ketelvermogen en een zuinig verbruik.

Hoe de stooklijn optimaal instellen

Aangezien elk huis anders reageert op externe omstandigheden, moeten bewoners de stooklijn dienovereenkomstig aanpassen. Dit komt omdat de stookcurve meestal op de fabrieksinstelling staat bij een nieuwe ketel.

Aangezien er geen manier is om de instelwaarden van de curve eenvoudig te berekenen, zijn bewoners afhankelijk van een trial-and-error procedure.

Ze kunnen de stooklijn correct instellen door verschillende waarden uit te proberen en de effecten in het huis te observeren.

De waarden moeten stap voor stap worden gecorrigeerd, waarbij altijd de temperatuur in huis in de gaten moet worden gehouden.

Het optimaal instellen van de verwarmingscurve is vooral zinvol wanneer afzonderlijke parameters, zoals de buitentemperatuur of de energiesituatie van het gebouw (bijv. als gevolg van een renovatie) aanzienlijk veranderen.

Herhaal de procedure dus na bijvoorbeeld renovatiewerken aan huis en de centrale verwarmingsinstallatie.

Voorbereiding: thermostatische kranen radiatoren
Als huiseigenaren de verwarmingscurve willen aanpassen, moeten ze eerst de radiatorthermostaten instellen op de juiste schaal (lees: gewenste kamertemperatuur).

Tijdens het aanpassen van de stookcurve is het belangrijk dat de thermostatische kranen tussentijds onaangeroerd blijven.

Anders kan dit leiden tot vervalste resultaten en een ongunstige karakteristiek. Het is ook belangrijk om de temperaturen in de gaten te houden.

Stap 1: Aanmaken van een temperatuurlogboek
Zelfs voordat een instelling op het verwarmingssysteem wordt gewijzigd, is het aangeraden een logboek bij te houden van de gemeten buiten- en binnentemperaturen.

Dit helpt om de effecten van veranderingen te controleren en de optimale waarden te vinden.

Stap 2: Stel de verwarmingscurve correct in
Bewoners kunnen dan beginnen met het langzaam veranderen van individuele instellingen, namelijk de helling en hoogte van de stookcurve.

Als het huis nog warm genoeg is, moet dit stap voor stap naar beneden worden gecorrigeerd.

Als de kamers op een gegeven moment niet meer de gewenste temperaturen bereiken, moet de helling van de karakteristieke curve weer iets worden verhoogd.

Vervolgens kan je hetzelfde doen met de hoogte.

De aanvoertemperatuur mag slechts zo hoog zijn dat de gewenste kamertemperatuur net is bereikt.

Dankzij een zo vlak mogelijke verwarmingscurve hoeft de ketel minder te presteren en worden de stookkosten gereduceerd.

Dit werkt het beste als het buiten echt koud is.

Daarom is het ook zeer interessant om de stooklijn aan te passen van zodra het minder dan vijf graden is buiten.

Anders zijn de warmteverliezen via de gebouwschil zo klein dat de veranderingen nauwelijks meetbaar zijn.

Nog enkele laatste praktische tips:
Als de kamers altijd te koud zijn, moet je de hoogte van de stooklijn stap voor stap verhogen.

Indien het huis daarentegen altijd iets te warm is, moet je de hoogte naar beneden corrigeren.

Als het huis alleen in de diepste winter te koud is, moet je de helling van de stooklijn steiler instellen en de hoogte verlagen.

Indien het huis alleen in de herfst en het voorjaar te koud is, moet je de hoogte verhogen en de helling iets lager instellen.

Omgekeerd moet je de hoogte verlagen en de helling verhogen als het te warm is in de overgangsperiode en juist genoeg is in de winter.

Weersafhankelijke regeling MET ruimtecompensatie

Sommige moderne ketel hebben niet alleen een weersafhankelijke regeling. Ze kunnen ook worden verbeterd door de kamertemperatuur als extra referentiewaarde te gebruiken.

Hiervoor is een kamerthermostaat nodig waarin een elektronische voeler is geïnstalleerd. De woonkamer wordt hier vaak als referentieruimte gebruikt.

De instelwaarde voor de aanvoertemperatuur wordt nu niet alleen berekend op basis van de buitentemperatuur. Ook het verschil tussen de gewenste en werkelijke temperatuur van de referentieruimte wordt meegenomen.

Samen resulteren ze in een nieuwe instelwaarde waarop de aanvoertemperatuur wordt gebaseerd.

In vergelijking met de klassieke, puur weersafhankelijke regeling heeft dit het voordeel dat er rekening kan worden gehouden met externe invloeden, zoals zonnestraling of de warmte van veel aanwezige mensen.

Belangrijk hierbij is de mate waarin de invloed van de referentieruimte mag meespelen. Ook dit is een instelbare parameter.

Als de waarde te laag is, dan zal er te weinig worden rekening gehouden met de gewenste temperatuur in de referentieruimte. Dit kan aanleiding geven tot comfortklachten.

Wanneer de waarde te hoog wordt ingesteld, is het goed mogelijk dat de aanvoertemperatuur te vaak naar boven wordt omhoog gecorrigeerd wat dan weer het rendement benadeelt. Ook daar kan er dan sprake zijn van ‘overshooting’ (te hoge binnentemperaturen).

Afspraak maken

Contacteer mij en verzeker jezelf van een correcte uitvoering van de werken. Via onderstaand formulier kunnen we afspreken om tot de beste oplossing te komen.